In Eindhoven kwam nog een atleet in actie die zich probeert te kwalificeren voor Beijing. Discuswerper Erik Cadée kwam echter niet verder dan 61.19 m., nog ruim drie meter onder de eis van 64.50 m. Cadée was na zijn optreden niet ontevreden: “Met name mijn tweede en derde worp waren goed. Jammer genoeg was de derde net ongeldig, maar het goede gevoel is terug en dat is hoopgevend”. Cadée gaat woensdag opnieuw een kwalificatiepoging wagen in Helsingborg.

(Bron: http://www.atletiekunie.nl/index.php?page=2&nieuwsitem=1680)

 

'Peking' centraal op Open Eindhovense

door Angela van de Paal. zaterdag 26 juli 2008 | 09:42 | Laatst bijgewerkt op: zaterdag 26 juli 2008 | 14:09

 

EINDHOVEN - Voor de Nederlandse atleten is het erop of eronder.

De tijd dringt. Ze hebben nog maar tot komende donderdag de tijd om een olympisch ticket af te dwingen. De Open Eindhovense, de vijfde wedstrijd van het baancircuit, staat vanmiddag dan ook in het teken van de Spelen van Peking; in het teken van limietpogingen, het opdoen van wedstrijdritme of het testen van de vorm.

Nooit eerder waren zoveel selectieatleten in Eindhoven. Niet alleen olympiagangers Eugène Martineau, Gregory Sedoc en Jolanda Keizer, ook Nederlands kampioene Maaike Schetters uit Geldrop, Melissa Boekelman en Denise Kemkers zijn van de partij. Daarnaast is zoals altijd een grote schare buitenlandse atleten actief op sportpark De Hondsheuvels aan de Orpheuslaan.

Topper vandaag is ongetwijfeld polsstokhoogspringer Rens Blom. De Limburger, vorig week tijdens de KBC Nacht in Heusden-Zolder nog ziek, hoopt in Eindhoven te voldoen aan de eis van 5.70m. De wereldkampioen van 2005 kwam bij voorgaande pogingen niet verder dan 5.55m. Zijn sprongen over 5.70m gingen wel goed, maar zoals hij zelf zegt: "Ik heb nu het beetje geluk nodig dat de lat blijft liggen."

Blom maakte in mei na tien maanden blessureleed zijn rentree op 5.50m. Zijn persoonlijk record staat op 5.80m. De nummers twee en drie van het Nederlands kampioenschap, Christian Tamminga en Laurens Looije, geven hem vandaag partij, evenals de Amerikaan Jeff Ryan.

Behalve Blom is ook Erik Cadée nog een kandidaat voor deelname aan de Spelen. De 24-jarige discuswerper verraste vorig jaar in Eindhoven ook door ineens een meter verder te gooien en een ticket te bemachtigen voor het WK in Osaka. Zijn persoonlijk record staat op 62.68m en hij zal een afstand van 64.50m moeten overbruggen. Dat het lastig zal zijn, is een understatement, maar dat weerhoudt hem er niet van om er tot de laatste dag er vol voor te gaan. "Anders kan ik net zo goed stoppen", aldus de Bosschenaar.

 

Ring is soms te klein voor Erik Cadée

Brabantsdagblad; door Rik Spekenbrink. maandag 30 juni 2008

Erik Cadée was bij tijd en wijlen 'aan het klooien' in de ring, maar won zaterdag wel het discuswerpen bij de Harry Schulting Games in Vught. De publieke belangstelling bij 'zijn' Prins Hendrik viel overigens behoorlijk tegen.foto Chris van Cromvoirt

VUGHT - Met vijf van de eerste zes van het vorige NK dacht Prins Hendrik zaterdagavond een heel aardig deelnemersveld te hebben bij het discuswerpen.

Zie ook:

Maar de officials van de Harry Schulting Games in Vught konden de rode vlag bijna continu in de lucht houden. De ene (al dan niet bewuste) foutworp na de andere werd gevolgd door de ene vloek na de andere.

Zelfs Erik Cadée, al jaren 's lands nummer twee op dit onderdeel, had er last van. Zijn eerste worp 'ging nog', 58.10 meter. Daar bleef het bij. Hij probeerde van alles, ging tussen zijn beurten door minutenlang op zijn rug liggen, of liep een rondje met de iPod in de oren. Maar het veranderde niet veel. "Soms heb je van die tamme wedstrijden... Het was allemaal zo loom. Bij het ingooien liep het nog lekker, stond er nog wind. Maar die ging ineens liggen. Dat merk je meteen in de sfeer; iedereen baalt." En lijkt het vervolgens wel best te vinden.

Het is natuurlijk ook niet de belangrijkste wedstrijd van het jaar, maar toch. "Ik had bij mijn eigen club graag beter gegooid", zei Cadée.

Op die eerste worp beten de elf andere gooiers zich overigens wel stuk. Ook de Australiër Aaron Neighbour, met een p.r. van in de 64 meter. Maar winst telt niet voor Cadée, meters tellen. "Ik had een goede trainingsstage op Tenerife, maar door een keelontsteking gooide ik daarna anderhalve maand weg. Net nu ik weer hoop had, met vorige week 61 meter 64 en 61 meter 65, krijg je weer zo'n wedstrijd. Ik was ook goed aan het klooien in die ring."

Klooien? Cadée legt uit hoe het kan dat iemand die al duizenden discussen heeft losgelaten, toch over de rand van die cirkel komt en dus 'fout' werpt. "Het is niet zo moeilijk. Ik ging forceren, wilde iets laten zien. Dan ga je tot het uiterste, let je minder op de techniek, heb je te veel gewicht op je rechterbeen en kan je net over de ring heen vallen. Ik ben vrij lang dus het valt niet mee om dat dan nog te corrigeren. Als je zo lang bent, is die ring eigenlijk heel klein."

Daar moet Cadée deze week aan werken. Volgend weekeinde wil hij toch weer proberen het Rutger Smith moeilijk te maken bij het NK in het Olympisch Stadion. "Ik ben reëel. Hij moet een hele slechte dag hebben en ik een hele goede, wil ik íets kunnen bereiken." Maar een worp ergens ver in de 62 meter kan misschien het vertrouwen terugbrengen. De Bosschenaar vindt het sowieso tijd voor een nieuw persoonlijk record. En misschien zit het ver weggestopt, maar de woorden Olympische Spelen zweven wel degelijk nog door Cadées achterhoofd. Tot de laatste dag, 30 juli, houdt hij die hoop levend. "Als ik zeker zou weten dat ik het niet ging halen, kan ik net zo goed stoppen. De limiet (64.50 meter) is niet niks, maar als op een dag alles samenkomt, weet je het nooit. Maar dan moet je niet te veel van dit soort wedstrijden tussendoor krijgen. Dit wil ik echt heel snel vergeten. Ik ga er maar vanuit dat ik met m'n hoofd al bij het NK zat. Het verschil tussen goed en slecht gooien kan ook gewoon in je kop zitten."

 

 

Erik Cadée: de basis is beter en dat moet zich uitbetalen

Het is zomer 2006 en op de eerste dag van het nieuwe schooljaar kijkt een van de studenten verveeld om zich heen. ‘Wat doe ik hier’, vraagt Erik Cadée zich af. In de pauze heeft hij zijn antwoord klaar en laat de Brabander zijn studie fysiotherapie voor wat deze is. Hij gaat zich met hart en ziel op de sport te storten die hem lief is, het discuswerpen.



Dat Cadée talentvol is, staat dan al jaren buiten kijf. Tijdens het meerkampen in zijn pupillentijd blijkt zijn aanleg en krijgt het kogelstoten en discuswerpen gaandeweg steeds meer aandacht. Als hij bij zijn vereniging in Vught werptrainster Monique Kuenen tegen het lijf loopt, maakt de atleet, die dan landelijk inmiddels zijn mannetje staat, snelle vorderingen. De jongen, die op zijn tiende in de atletiek de sport vindt waarin hij zijn talent en energie kwijt kan, heeft in de moeder der sporten een bij hem passend onderdeel gevonden.

Onder de hoede van Kuenen ruikt Cadée voor het eerst aan het internationale werk. “Je weet dat je goed bent, maar of je dat kan volhouden in de latere categorieën, is de vraag”, kijkt Cadée terug op die tijd. Tijdens zijn eerste internationale toernooi, het Europees Jeugd Olympisch Festival (toen in 2001 nog EJOD geheten) schrikt de ranke atleet even als hij de concurrentie ontmoet. Hij laat zich er niet door van de wijs brengen en houdt de bredere en opzichtiger gespierde jongens allemaal achter zich, op één na. Met zilver en de les dat hij ook internationaal mee kan, is hij echter dik tevreden.

In eigen land pakt hij vervolgens twee jaar achtereen de nationale jongens A-titel met de discus en de kogel en in 2003 bevestigt hij nogmaals internationaal bij de top van zijn leeftijdsklasse te horen als hij zich in Tampere tot Europees juniorenkampioen bij het discuswerpen laat kronen. Die discus is hem inmiddels liever dan de kogel. “Ik heb er meer aanleg voor. Die schijf te zien vliegen na een goede worp, dat is een prachtig gevoel. Dat en iedere dag het uiterste uit jezelf halen, je grens op te zoeken, ook in de krachttraining.”, verhaalt Cadée enthousiast over de stiel die hem sinds 2006 uit de schoolbanken houdt.

“Als ik alles uit mijn sport wil halen, moet ik er ook volledig voor gaan”, motiveert Cadée zijn drastische stap om met zijn studie te stoppen. “Ik wil me later niet hoeven afvragen wat er zou zijn gebeurd als ik volledig voor de sport was gegaan.” Die motivatie, de morele en financiële steun van zijn ouders plus de wetenschap dat zijn coaches mogelijkheden zien, sterken in hem zijn overtuiging dat hij de goede weg is ingeslagen.



Bij senioren bereikt hij zijn eerste hoogtepunt als hij zich kwalificeert voor het WK 2007 in Osaka. “Nu sta ik al hier en ik ben nog niet eens op mijn best”, beseft hij in Japan. Cadée geniet er van deel uite maken van de imposante line-up (“de anderen zijn sterker, technisch beter”) maar weet wat hem te doen staat om ook in een dergelijk veld mee te kunnen doen. “Mijn sterke punt is het vermogen om mijn kracht over te brengen naar de worp. En mijn explosiviteit. Maar ik moet stabieler worden, meer rust in het werpen krijgen. Niet steeds bevestiging zoeken als het minder gaat, niet alleen op afstand letten, maar op de techniek.”

Hij werkt er momenteel hard aan, drie dagen in de week op Papendal met bondscoach Gert Damkat en onder anderen Rutger Smith. De rest van de week traint hij voor zichzelf en met Kuenen. Het uitgebreide programma moet hem verder vooruit helpen. “Het is lekker om intern op Papendal te zitten, dat geeft toch rust. Geen files of andere dingen die maar afleiden, je kunt je focussen op je sport.” Zo werkt de atleet toe naar zijn doelstellingen: zich verbeteren, het uiterste uit zichzelf halen en presteren op de grote toernooien. “Dat laatste stapsgewijs. Eerst wil ik me plaatsen, als ik er dan toch ben ook zo hoog mogelijk eindigen en uiteindelijk om de podiumplaatsen meedoen.”

Deze zomer, twee jaar na zijn besluit om de school voor de sport te verruilen, staan in Beijing de Olympische Spelen op het programma. De limiet ligt op 64,5 meter en dat betekent dat Cadée zijn persoonlijk record (62,88) zal moeten overtreffen. Hij heeft er wel vertrouwen in. “Vorig jaar was ik wisselvallig, nu ben ik stabieler. Ik heb het afgelopen jaar veel geïnvesteerd. Mijn knie is weer goed, ik heb drie dagen in de week op Papendal getraind met Gert en Rutger, ik ben sterker geworden en heb mijn techniek verbeterd. Mijn basis is dus beter en dat moet zich uitbetalen. “ 


Meer over Erik: 

Favoriete trainingsmuziek:
Pittige muziek met een bas, een beetje hardstyle jump. Clubmuziek eigenlijk. Als er maar een harde bas en een melodielijn in zit. En harde rock, dat mag ook.

Bijgelovig?
Nee, maar wel heb ik goede muziek nodig op de mp3-speler en in de auto naar de wedstrijd toe.

Zeker mee in de koffer naar de wedstrijd:
MP3-speler, laptop. En de werpschoenen gaan in de handbagage. Eigenlijk al het basic-spul, dat leer je snel genoeg als je aan internationale wedstrijden gaat meedoen.

Trots op:
Trots, trots… ik vind het wel mooi dat ik het nu al zo ver geschopt heb, terwijl ik er niet als één van de sterksten uitzie: ze denken bij wijze van spreken dat ik een hoogspringer ben en vervolgens gooi ik de discus verder.

Wie worden er bedankt, als hij een medaille wint:
Mijn ouders, die hebben me altijd gesteund in mijn keuzes. Monique Kuenen, die heeft me op het juiste spoor gezet en goed begeleid. En de bondscoach, Gert Damkat.

Maat schoenen:
47 2/3

Grote voorbeeld:
Lars Riedl, net iets meer dan Alekna. Imposante figuur, maar net als ik tengere benen. Hij gooit zo gemakkelijk en is vijf keer wereldkampioen geworden.

Hobby’s:
Muziek luisteren, auto rijden, auto’s

Mooiste vrouw/man:
Mijn vriendin

Kun je tegen je verlies:
Ja, wel als ik de oorzaak bij mezelf kan vinden. Als iemand anders beter is, maakt dat alleen uit als ik beter had gekund.

Favoriete boek:
Ik houd niet van boeken lezen. Wel lees ik graag het Top Gear magazine.

Favoriete film:
The Rock

http://www.atletiekunie.nl/index.php?page=920